Opiniestuk over een voorstel tot ombouw van klassieke auto’s naar een elektrische aandrijving
The wall of sound
We waren onderweg van het Lago d’Orta naar Alba. Jean-Pierre en ik reden samen, hij voorop met de Ferrari Dino 246 en ik met de Fiat Dino coupé. Tijd hadden we genoeg, dus waren snelwegen uit den boze. We ondervonden dat Italiaanse B-wegen niet bepaald uitnodigend zijn om er met een machine van rijpere leeftijd over te scheuren. Het wegdek is allesbehalve egaal en bij het binnenrijden van ieder dorp staat er wel een autovelox – grappige naam voor een flitspaal trouwens. Wie bedenkt eens een leuke naam voor de Belgische variant ? Niks tegen de snelheidsbeperking en vooral in de dorpen, veiligheid vóór alles. Desondanks gaven Jean-Pierre en ik onze bolides flink de sporen, zodra de omstandigheden het toelieten.
Maar waaróm gaven wij hen de sporen ? Kijk, dat is nu één van de vragen die je niet mag stellen. Ik kan er niet op antwoorden. Boys and toys zeker. Of toch… er is een verklaring voor.
Op onze tocht reden we dus van dorp naar dorp. Soms bestond het dorp uit één lange, saaie, onbetekenende straat. Een andere keer werden we op de ringlaan rond een klein stadje gestuurd. Nog een andere keer konden we dwars door het centrum rijden en genieten van de gezellige oude splendeur van een mooie Italiaanse nederzetting. Kleine kasseitjes, een stemmig plein met uiteraard de chiesa als dominante landmark, en vooral aan beide kanten van de straat hoge stijlvolle palazzo’s.

Daar gebeurde het. In een nauwe straat, tussen de hoge gevels van de palazzo’s, drukte Jean-Pierre ineens het gaspedaal in. Door de open ramen van mijn coupé kwam een prachtige symfonie binnengerold. De magistrale klank van de Dino-motor, crescendo naar een allegro con spirito, roffelend tegen de gevels van de statige gebouwen. Een muzikale erlebnis zonder weerga, een kortstondige vervoering, een instant esthetisch genot. Indien u bij het lezen van deze beschrijving virtueel met de wijsvinger tegen uw slaap zit te tikken, lees dan toch even verder want wellicht spruit uw onbegrip voort uit het feit dat u dit nog nooit meegemaakt hebt. De ervaring is écht – geloof me. Je wordt er enthousiast van.
Ik kon het niet laten en volgde Jean-Pierre in de accelerando. Ook mijn Dino schraapte zijn keel en begon te zingen als een Italiaanse tenor. De symfonie explodeerde tot een prestissimo su tutte le corde. Twaalf cilinders zongen een tweestemmige cantate.
Telkens wij ergens door een tunnel of tussen hoge muren reden herhaalden wij ons concerto. En telkens was het puur genieten. Twee zescilinders, in een synchrone acceleratie, een tweestemmige partituur.
Vindt u mijn vergelijking met de muziek overdreven ? Ik ervaar het als puur auditief genot. De éne wordt in vervoering gebracht door Wagner, de ander door Satie, voor petrolheads zoals wij brengt deze door nobele motoren geproduceerde muziek evenzeer een esthetische ervaring teweeg. Terwijl ik van Satie ook best kan genieten, het is geen concurrentie.
Het oor wil ook wat
Over de soundtrack van een motor kan ik uren doorgaan. Waarom ik een zescilinder mooier vind klinken dan een V8. Of de sublieme balans die uitgaat van een V12. Of hoe een viercilinder altijd een beetje ordinair klinkt, hoezeer je ook je best doet om het geluid te verdoezelen.
Eén ding is zeker : bij elk type auto hoort een specifiek geluid. Dat geldt vooral voor klassieke auto’s. De zescilinder boxer van de Porsche is, ook al ben ik er zelf geen fan van, herkenbaar uit de duizend. Evengoed is de Fiat 500 begenadigd met een o zo typisch en sympathiek motorgeluid. De pruttelende tweecilinder zal de Cinquecento nooit doen accelereren als een Falcon-9 maar de sympathie voor de auto projecteert zich naadloos op het motorgeluid.
Je kan ze zó opsommen, de auto’s die door hun nobele geluid direct herkenbaar zijn en precies daardoor ook klasse uitstralen. De Jaguar E-type in 6- of 12-cilinderuitvoering, vele Ferrari’s en Aston Martins, de Dino, Porsche, Austin Healey 3000, enzovoort. De soundtrack van de motor bepaalt een groot stuk van de identiteit van de auto. De Alfa Romeo Busso V6 bijvoorbeeld : een Alfa GTV wordt een heel andere auto met de Busso motor. Zelfs sommige eenvoudige viercilinders zoals de Fiat Lampredi Twin Cam haal je er zó uit. Een eerder ordinaire auto die op één of andere manier toch een stukje klasse meekrijgt.

Het gaat ‘m niet om de decibels maar om de klank. Het bereik van laag tot hoog. Het timbre. Sommige auto’s hebben het, andere niet. Zij die het niét hebben proberen soms hardnekkig om toch te wedijveren met de begenadigde modellen die het wél hebben, en dan wordt het meestal lachwekkend of platvloers.
Beeld je eens in wat er zou gebeuren als een Porsche 911 zou voorbijkomen met het motorgeluid van een VW Polo. Je zou meteen ervaren dat er iets mis is. Het plaatje klopt niet. En is het dan enkel omdat we het zó gewoon zijn ? Misschien voor een deel wél, maar het vernietigt op slag de klasse die je altijd aan de Porsche hebt toebedeeld. Ook voor de moderne auto’s trouwens. Er zijn geruchten dat Porsche voor de 718 Boxster en Cayman, die in 2016 twee cilinders verloren ten opzichte van hun voorgangers, toch weer een zescilinder ontwikkelt. Die zou weliswaar enkel voor het topmodel voorbehouden zijn. Zou dit ingegeven zijn door de kritieken in de pers ? Het is wat vernederend als journalisten de auto op vele gebieden bejubelen om hem dan met één opmerking de grond in te boren: hij klinkt als een ordinaire Subaru met z’n viercilinder boxer.…..
Soundscaping
Constructeurs kennen dit fenomeen maar al te goed. Toen BMW enkele jaren terug zijn downsizing programma’s begon door te voeren, werd op een gegeven moment de 328 coupé gepresenteerd met een nieuwe motor. Een viercilinder in plaats van een zes-in-lijn. Maar onze Bayerische freunde hadden schrik voor de reactie van de trouwe klanten. Het motorgeluid van de zes-in-lijn was onlosmakelijk verbonden met het imago van de 3-reeks coupé en de potentiële klanten voor de nieuwe versie waren grotendeels bestaande klanten. Wat zouden zij vinden van het nieuwe motorgeluid ?
Tijdens voorafgaande clinics werd dit uitgetest. Het antwoord kwam snel – en het was vernietigend. Na het nodige gekrab in de Beierse haardossen werd een ingenieuze oplossing uitgedokterd. Doorheen de luidsprekers van de auto zou een simulatie van het geluid van een zescilinder “uitgezonden” worden, synchroon met het motortoerental van de viercilinder. Zodat de klant binnenin zou horen wat hij eigenlijk wóu horen: een zescilinder. Een Fake Engine Roar.

Het doet me denken aan mijn kindertijd, toen we op onze fietsjes een aantal speelkaarten op het spatbord vastmaakten met wasknijpers. Die lieten we kletteren tegen de spaken en dat gaf het geluid van een motorfiets. Dat vonden we toch. Onze fiets ging precies ineens heel wat sneller.
Vindt u de oplossing van BMW vreemd ? Het is gemeengoed geworden. Volkswagen noemt het de Soundaktor. Ook Porsche doet het via de luidsprekers, op…. de 718. Om het Subaru-gevoel ietwat te verminderen.
Er zijn ook andere truken van de foor. Jaguar heeft op zijn sportwagens een zogenaamde sound tube voorzien, die het passagierscompartiment in verbinding stelt met de inlaatcollector. Via een membraan worden de aanzuiggeluiden gefilterd en gecontroleerd weergegeven in de cabine. Je moet als chauffeur de motor horen werken, dat hoort erbij.

En dan hebben we het nog niet over de gestuurde kleppen in het uitlaatsysteem die met een druk op de knop zorgen voor een andere toon. Soms krijg je daarmee een fantastisch sportief geluid te horen zonder dat het platvloers wordt, zoals op de Jaguar F-TYPE. De “throttle blip” bij het terugschakelen is pure fun. Bij andere auto’s is het vaak een potsierlijk decibelkanon en roept de would-be racepiloot amechtig en luidkeels in het rond : “Kijk naar mij ! Kijk naar mij !”. De Mercedes AMG 45 is daarvan een typisch voorbeeld, sorry voor de amateurs van dit vehikel. Bij de Fiat 124 Spider is er een tweespalt tussen de twee versies : in standaard trim een leuke auto, in Abarth-uitvoering een aandachttrekker door de Record Monza uitlaat.
De soundtrack van een motor, het is een verhaal op zich. Hoe sportiever de auto en hoe méér de auto een klassieke status heeft, hoe belangrijker dat motorgeluid is. Stel je nu eens voor dat je van dag op dag doof wordt– ik wens het niemand toe – zou je dan niet een deel van de ervaring missen als je in een klassieke sportwagen rijdt ? Of als je een mooie klassieke auto ziet passeren ? Het plaatje zou toch niet compleet zijn ?
Electrische stilte
Met de vergroening van het wagenpark en de beperking van de uitstoot, een noodzakelijk streven waar ik me volledig achter schaar, durft de politieke wereld zich nogal eens te vergalopperen. En dat is vriendelijk uitgedrukt.
Diesels zijn ineens veel vuiler dan vroeger en moeten gemeden worden als de pest. In Duitse steden gaat de dieselbashing zeer binnenkort nog verder: enkel Euro 6 diesels zullen nog binnen mogen. Denkt men nu écht dat al die pre-Euro 6 vehikels meteen zullen verschroot worden ? Bijlange niet, die gaan naar Oost-Europa en Afrika en gaan daar lustig verder tuffen. Als de wind uit het oosten komt dan krijgt Berlijn een pakketje verbannen uitlaatgassen terug. Het grootste slachtoffer is de modale eigenaar die de waarde van zijn huidige auto totaal onverwacht ziet smelten als sneeuw voor de zon en daar bovenop op kosten gejaagd wordt.
Elektrische auto’s zijn ineens het heiligmakend middel – en waag het niet om te beginnen over de productie en vernietiging van batterijen of over de Duitse bruinkoolcentrales die nog harder gaan draaien om de stroom te leveren. Of je de vraag te stellen hoe mensen in een straat met rijhuizen hun auto gaan opladen.

Enfin, ik wil geen politiek standpunt innemen in deze discussie maar er worden veel ongenuanceerde en ongefundeerde meningen gespuid en jammer genoeg zetten politici die opinies té snel om in dwingende maatregelen. Het kiespubliek hoeft niet correct geïnformeerd te zijn, als je ze maar aan jouw kant houdt. Het lijkt me niet verstandig hoe het er nu aan toe gaat.
Even terug naar het motorgeluid. Dat elektrische auto’s geen geluid maken is een discussiepunt geworden. Vele jaren geleden werd de zoon van een kennis op z’n fiets omvergereden door één van de allereerste elektrische auto’s. Hij overleefde het niet. Blijkbaar was hij, in de overtuiging dat er geen verkeer achter hem was omdat hij niets hoorde, ineens naar links uitgeweken om een straat in te slaan.
Zonder het debat te willen aangaan over fietsers die door hun oortjes ook afgesneden zijn van de omgevingsgeluiden van het verkeer, is het duidelijk dat elektrische auto’s best één of ander geluid zouden produceren om hun komst aan te kondigen. Die soundscaping was dan toch nog zo gek niet……maar het zou aan de buitenkant moeten gebeuren. Vanaf 2019 zal het in de US verplicht worden om onder de 30 km/u “een lawaai” te produceren. Enkele elektrische voertuigen hebben nu al een sound generator – de Acoustic Vehicle Alert System op de Jaguar I-PACE bijvoorbeeld.
Het laat zich raden dat men dat geluid héél serieus zal opvatten en dat het bijgevolg redelijk saai zal worden – een versterkte zoemtoon bijvoorbeeld. Ik doe een oproep aan de constructeurs om wat humor te gebruiken. Waarom geen vogeltjes laten fluiten, of een goed nummer van de Beatles afspelen door een externe luidspreker ? Ik zie het al voor me. Een Renault Twizzy met de tune van Comedy Capers. Een Tesla S met de vijfde van Beethoven. En een kakafonie in de stad omdat elk zijn eigen favoriete tune speelt. Misschien moeten we een Facebook-groep oprichten om grappige geluiden te linken aan elektrische auto’s. Of waarom zouden we elektrische auto’s niet het geluid van een flinke twaalfcilinder laten produceren, zou dat geen goed idee zijn ? Auditief genot koppelen aan een wettelijke verplichting ?
De Greentimer – al dan niet gedwongen…..
Het is evident dat oudere auto’s méér uitstoot produceren, en klassieke auto’s in de overtreffende trap. Als de emissieregels van de stedelijke zones in de toekomst zouden veralgemeend worden naar secundaire wegen en snelwegen, zoals tussen Essen en Düsseldorf, dan mag binnenkort geen enkele oldtimer nog de weg op – tenzij wellicht tegen betaling van een monsterboete van honderden euro’s per dag.
Recent heeft iemand een enquête gelanceerd om te onderzoeken of het wenselijk zou zijn om oldtimers al dan niet gedwongen te gaan ombouwen naar elektrische aandrijving. Een Greentimer, u leest het goed. Technisch is het perfect mogelijk en wordt het al sporadisch gedaan : het retrofitten van een elektrische unit is al gebeurd in een Jaguar E-TYPE, in de oude Citroën Mehari, in de Mini Moke, in een Fiat 600, enzovoort.

U mag ervan vinden wat u wil. Voor mij is een gedwongen elektrificering complete onzin. Waarom houden we van klassieke auto’s ? Waarom koesteren wij hen als ons erfgoed ? Omdat zij iets betekend hebben voor iemand persoonlijk of omwille van de indrukwekkende esthetiek, het geluid of de engineering. Een klassieke auto heeft een erfgoedwaarde en daar moet je niet mee sollen. Met het overige erfgoed mag je ook niet eender wat aanvangen. In een beschermd gebouw mag je amper dubbel glas monteren.
Er zijn twee erfgoed-aspecten die van buitengewoon belang zijn bij een oldtimer, en die alles met de originele motor te maken hebben.
Het eerste is het motorgeluid. Hierboven is al uitvoerig beschreven waarom dit zo belangrijk is. Zelfs al is een auto van een oogverblindende schoonheid, dan nog is hij niet compleet als het bijpassende motorgeluid wegvalt. Mijn esthetisch genot bij het aanschouwen van een stilstaande Ferrari Dino is immens, wat een pracht van een lijnenspel, wat een schitterend ontwerp van Brovarone en Fioravanti.

Maar als hij rijdt dan wil ik de Dino motor horen, om het even welk ander geluid zou potsierlijk zijn. Zelfs de Fiat 500 moet je wat mij betreft niet ontdoen van zijn schattige gepruttel.
Ik kan mij wél verzoenen met een ombouw naar elektrische aandrijving wanneer het auto’s betreft waarvan er miljoenen gemaakt zijn en waarvan de motor totaal géén inspirerende of typische sound had. Een Golf Mk1 bijvoorbeeld. Alhoewel je een Mk1 Golf GTI dan weer niét moet elektrificeren. Daarin speelt de injectiemotor wél een hoofdrol. Snap je het verschil ? Het is geen toeval dat de gewone Mk1 géén verzamelobject is en de GTI wél.

Het tweede aspect is minstens even belangrijk : de engineering. Toegegeven, hier spreekt een techneut. Maar ik ben niet alleen. Je hoeft géén “greasy monkey” of ingenieur te zijn om in bewondering te kunnen staan voor een goed ontworpen machine. Bekijk een Bugatti acht-in-lijn uit de jaren 20 en je mond valt open van verbazing. Wat een inventiviteit! Wat een schitterende afwerking! Dit is de ultieme belichaming van erfgoed. Maar evengoed een twin cam Alfa Romeo viercilinder, of een Lamborghini 12-pitter of een Jaguar XK motor,……. Bewonder de architectuur van de motoren en het denkwerk achter de systemen, de vele verrassende technische details, het streven van de soms verdwenen constructeurs om hun motoren tot een pronkstuk te maken. Het Museo Nazionale dell’ Automobile in Turijn exposeert een race-motor van Delage uit 1925. Een half uur heb ik erboven, naast, onder en rond gedraaid. Pure verwondering. Pure schoonheid.
Het volstaat niet om van elk type motor er één in een museum te zetten om hen op die manier te bewaren voor het nageslacht. Ze moeten blijven draaien en gebruikt worden. Het is ook een kunst om die machinerie in goede conditie te houden en te herstellen. De mannen die erin slagen om complexe motoren tot maximale efficiëntie af te stellen zijn kunstenaars en verdienen ons diepste respect.
Maar wat dan wél ?
Ik ben dus in mijn pen gekropen omdat ik een gedwongen elektrificering van oldtimers een ongelooflijk slecht voorstel vind. Hoe kan je nu zélf gepassioneerd zijn door klassieke auto’s en dan zo’n idee de lucht inschieten ? Dan heb je totaal niet begrepen wat mensen boeit in hun oldtimer.
Ben ik daarom een conservatieve en fanatieke emissieproducent ? Integendeel. Ik ben het volledig eens met de analyse dat de uitstoot naar beneden moet. Maar de resultaten van de metingen na één jaar Antwerpse LEZ waren overduidelijk : enkel de oudere auto’s weren uit het stadscentrum zal geen sikkepit helpen als de stad omgeven is door andere bronnen van uitstoot.

Pak dus prioritair ook de scheepvaart aan, én de luchtvaart, én de wijze van elektriciteitsproductie, én de distributietoename door de “white vans” als gevolg van e-commerce, én het lange-afstands vrachtvervoer, en zoveel meer. Stuk voor stuk werkgebieden waar een oneindig grotere winst te rapen valt dan bij de zeldzame burger die graag op zondag een ritje maakt met zijn geliefd vehikel. Als het goed weer is.

Inderdaad, als het goed weer is. Dat zijn dus niet veel zondagen op een jaar. Dat brengt mij tot een voorstel waarachter ik mij wél kan scharen.
Nul uitstoot, het is een nobele doelstelling maar laat toch enige ruimte voor het behoud van de prachtige motorgeluiden en de inspirerende techniek. Als de nul-uitstoot geen optie is, dan vallen we terug op het universele principe : de vervuiler betaalt.
Wij zijn er ons van bewust dat wij vervuilen – hoewel slechts in zeer kleine mate. De uitstoot van de paar duizend oldtimers die heel sporadisch eens de weg op gaan zal de luchtkwaliteit niet dramatisch aantasten. Hoeveel kilometers rijden wij met onze oldtimers ? Voor mezelf sprekend : gemiddeld 1.500 per jaar. Van alle ingeschreven oldtimers blijft zeker 40% het hele jaar op stal. Ofwel zijn het investeringsobjecten, ofwel heeft de eigenaar er geen tijd voor gehad – misschien omdat hij meerdere oldtimers heeft en niet met twee auto’s tegelijk kan rijden. Soit, het gemiddelde kilometeraantal is zeer laag.
Laat ons daarom betalen in verhouding tot onze vervuiling. Ik ben bereid om in totaliteit iets méér te betalen dan vandaag tot een redelijke grens – maar dan wil ik ook overal kunnen rijden. Ik pleit voor een billijke vergoeding, per gereden kilometer in het binnenland. En zorg ervoor dat je op een intelligente, moderne manier toeziet op de toepassing.
Vanzelfsprekend houdt een kilometerheffing een risico in door eventuele fraude bij de registratie van de gereden kilometers. Wel, ik ben bereid om een voertuigvolgsysteem in te bouwen dat alle ritten registreert en automatisch een maandrapportje produceert over de gereden kilometers. Mijn tracés en het detail van mijn ritten hoeven niet doorgegeven worden, daar heeft de administratie geen zaken mee en dat kan ik afblokken.
Het systeem bestaat en is niet duur. Daarmee heb ik meteen ook een tracking systeem bij wijze van diefstalbeveiliging. Die kleine investering zal voor het gros van de oldtimer-bezitters niet onoverkomelijk zijn.

Haal ook de oneigenlijke oldtimers uit het verkeer – auto’s die omwille van de lage taks als dagelijks vervoermiddel gebruikt worden, ook al is het wettelijk niet toegelaten. Door de grens op te trekken naar 30 jaar is dat risico al gedaald maar er is nog marge tot verbetering. Een rittenregistratie kan ook op dit vlak uitkomst bieden. Iemand die ‘m dagelijks gebruikt is meestal geen oldtimerliefhebber maar een opportunist en die zal door de kilometerheffing zwaarder belast worden dan de liefhebber.
Iemand spaakwielen in de aanbieding ?
Aan de bedenker van de denkpiste tot gedwongen elektrificering doe ik een oproep om even met enkele eigenaars en liefhebbers te gaan praten en hen te vragen wat hen precies boeit in hun klassieke auto. De gemene deler zal snel duidelijk worden : alleen al de soundtrack is voor velen een bron van genot, een inspirerende factor. Laat ons asjeblieft geen maatregelen opleggen die de integriteit van ons erfgoed naar de sjokkedijzen helpt. Mogen we er nog plezier aan beleven ?
Ik heb respect voor vegetariërs maar ik zal het niet worden. En verplicht er mij liefst niet toe want dat zou averechts werken. Wil jij uit vrije wil je oldtimer ombouwen tot een rijdende koffiemolen ? Doe gerust maar zorg dat je geen erfgoed verkracht. Doe je het toch dan zegt het veel over je goede smaak. Mijn keuze is om het niét te doen.
Een elektrische aandrijving voor mijn Fiat Dino, brrr…. Ik mag er niet aan denken. Mocht ik er ooit toe gedwongen worden dan rust ik hem uit met spaakwielen en ga ik weer speelkaarten tegen de spaken laten kletteren om het motorgeluid na te bootsen. Iemand spaakwielen in de aanbieding ?

Zoals voorspeld….
https://gocar.be/nl/autonieuws/spy-shots/goed-nieuws-voor-fans-van-de-porsche-boxster?utm_source=newsletter&utm_medium=email&utm_campaign=go_daily_nl_20190111
LikeLike